Skip to main content

Wie beslist over een akkoord in Wsnp?

Binnen de Wsnp bestaat de mogelijkheid om een akkoord aan schuldeisers aan te bieden. Vaak zijn er een aantal schuldeisers die voor het akkoord stemmen en de rest onthoudt zich van stem, maar deze keer stemde de grootste concurrente schuldeiser tegen het akkoord. Reden? De betreffende schuldeiser vond dit geen “goede oplossing” voor sanieten. Wie bepaalt wat een goede oplossing is en op basis waarvan?

Na 10 jaar vechten werden de heer en mevrouw Visser* in 2018 eindelijk toegelaten tot de Wet schuldsanering natuurlijke personen (Wsnp).

Door tot het einde

De familie Visser had een grote onderneming. Na de kredietcrisis in 2008 liepen de bedrijfsresultaten echter steeds verder terug. Er ontstonden achterstanden in betalingsverplichtingen en in 2012 werd er bankbeslag gelegd door een van de bedrijfscrediteuren. Hierdoor zei ook de huisbankier per direct het zakelijk krediet op en ontstonden er echt grote problemen. Op verzoek van de bank is meneer Visser zo lang mogelijk door blijven werken om af te lossen en het bedrijf en de woning onderhands te kunnen verkopen, ten gunste van de bank (pand- en hypotheekhouder). Ten behoeve van de verkoop werd door de bank nog € 50.000 geïnvesteerd in reparatie van bedrijfsactiva.

In 2015 was alles verkocht, de bank was grotendeels voldaan en het gezin Visser bleef achter met een schuldenlast van meer dan € 1.000.000. De bank droeg hierna het dossier over aan haar incassobureau. Tegelijk meldden de Vissers zich bij hun gemeente en werden zij doorgestuurd voor schuldhulpverlening. Ze mochten vanaf dat moment niet meer betalen op verder oplopende achterstanden. De schuldhulpverlening heeft om niet aan Visser te verwijten redenen bijna drie jaar gewacht voor daadwerkelijk een Wsnp-verzoek werd ingediend.

Eindelijk Wsnp en zicht op een schone lei

Met de toelating tot de Wsnp had de familie Visser eindelijk uitzicht op een schone lei, maar de verplichtingen drukken zwaar en worden niet altijd consequent nagekomen. Na alle jaren van strijd is 3 jaar Wsnp lang. Meneer heeft in de afgelopen jaren psychische klachten ontwikkeld en naar eigen zeggen worden deze erger door de druk die zijn gezin ervaart van de verplichtingen in de Wsnp. Visser en zijn vrouw zijn moegestreden en willen graag gebruikmaken van de mogelijkheid om in de Wsnp een akkoord aan te bieden aan de schuldeisers.

Familie en vrienden willen de Vissers financieel steunen en zijn bereid om een lening te verstrekken ten behoeve van een liquidatieakkoord. Een mooie oplossing die er voor zorgt dat de Wsnp eerder kan worden beëindigd met dezelfde rechtsgevolgen, dus een ‘schone lei’. De heer en mevrouw Visser zijn eerder uit de Wsnp en schuldeisers krijgen volgens berekening een vermoedelijk hogere uitdeling dan bij voortzetting van de Wsnp en in ieder geval 18 x meer dan hetgeen in het minnelijke traject aan schuldeisers is aangeboden.

Een liquidatieakkoord wat niet kan mislukken. Toch?

De financiering is geregeld, we verzoeken de rechtbank een datum voor behandeling in te plannen en begin december schrijven we de schuldeisers aan met het verzoek zich uit te laten over het voorstel. Vaak komen schuldeisers niet zelf naar een dergelijke zitting, dus de volmachten om voor het akkoord te stemmen druppelen binnen. Tot ik een kritische mail van het incassobureau van de huisbankier ontvang. Er wordt extra informatie opgevraagd en aangegeven dat men voornemens is om tegen het akkoord te stemmen, omdat het akkoord “geen goede oplossing” is voor de familie Visser. De bank vertegenwoordigt 85% van de concurrente schuldeisers die hebben gestemd.

Het incassobureau krijgt de gevraagde informatie, we hebben meerdere keren telefonisch overleg, proberen uit te leggen dat familie Visser écht moeite heeft om de verplichtingen na te komen en er een gerede kans bestaat dat hierdoor de schone lei niet wordt behaald als de reguliere looptijd moet worden volgemaakt. Op 30 december 2020 krijgen we uitsluitsel… Op advies van het incassobureau blijft de bank bij haar standpunt: het aangaan van een nieuwe lening om een akkoord te financieren is geen goede oplossing voor meneer Visser (wat voor mevrouw van belang is wordt blijkbaar niet meegewogen), het volmaken van de laatste maanden van de Wsnp wel.

Wie bepaalt wat goed is?

We gingen het nieuwe jaar in met een missie, want wij konden ons werkelijk niet voorstellen dat de bank in deze zaak tegen het aangeboden akkoord stemde. In onze ogen was er sprake van puur machtsmisbruik, financieel ten koste van schuldeisers, waaronder henzelf, en emotioneel ten koste van het gezin Visser. Zou het akkoord niet slagen dan liep de Wsnp serieus gevaar om zonder schone lei te eindigen. Is dat dan een “goede oplossing”, afstevenen op een faillissement? Terwijl hulpverleners van het gezin adviseren een akkoord aan te bieden en de omgeving bereid is en de mogelijkheden heeft om financieel te steunen? Wie bepaalt wat goed is voor deze familie en doet dat ertoe, als de wet de keuze tot het aanbieden van een akkoord bij de schuldenaar legt? Op de eerste werkdag van het nieuwe jaar stond ons kantoor te pleiten alsof ons leven er van afhing. En met resultaat, de rechter-commissaris gaat mee in ons beroep op artikel 322 lid 4 van de Faillissementswet. “Alle omstandigheden in aanmerking nemende, de schrijnende psychische situatie en de hogere uitkering aan schuldeisers (en dus ook de bank), komt de rechter-commissaris tot de conclusie dat de bank in redelijkheid niet tot dit stemgedrag heeft kunnen komen.” Hoewel het akkoord niet is aangenomen met meerderheid van stemmen, wordt het door de rechter-commissaris vastgesteld ‘als ware het aangenomen’.

Inmiddels is het akkoord (zonder inmenging van de bank) ook gehomologeerd door de rechtbank en kunnen de heer en mevrouw Visser de schuldenproblematiek van ruim 12 jaar eindelijk achter zich laten.

 

* Visser is niet de echte achternaam van sanieten (personen in Wsnp)