14 Dwangakkoorden in twee weken
Na weken van coronasluiting draait de rechtbank (en wij) weer op volle toeren. Nieuwe (telefonische) zittingen worden gepland, terwijl afgelaste zittingen nog worden ingehaald. Zo ook 14 dwangakkoorden.
Als niet alle schuldeisers hebben ingestemd met een aangeboden schuldregeling dan sta je als schuldhulpverlener voor de keuze om een beroep te doen op de WSNP, of een verzoek dwangakkoord. Bij een dwangakkoord wordt de rechtbank verzocht de weigerende schuldeiser(s) te dwingen om mee te werken aan een buitengerechtelijke schuldregeling. De rechter maakt daarbij een afweging tussen de belangen van zowel de schuldenaar als de schuldeisers en stelt daarbij onder andere de volgende vragen.
- Wat is de inhoud van de schuldregeling? Is deze onafhankelijk en opgesteld door een deskundige?
- Is de schuldregeling transparant en goed onderbouwd?
- Wordt het uiterst haalbare aangeboden?
- Zijn er alternatieven (zoals faillissement of WSNP) die beter zijn voor de schuldenaar of de schuldeisers?
Waar draait het in de praktijk om, wat zijn de omstandigheden en om wie gaat het? Bij deze van drie zaken een korte omschrijving/toelichting.
Zaak 1
Schuldenaar A heeft drie schuldeisers, waarvan (slechts) één heeft ingestemd met de aangeboden schuldregeling. De grootste schuldeiser is een gemeente. Deze stemt niet in, omdat zij een fraudevordering vertegenwoordigt (ontstaan tijdens een voormalige relatie van A) en instemming met een schuldregeling op grond van de Participatiewet in dat geval niet is toegestaan. De derde schuldeiser is een bank die vooraf bezwaren had waarop is gereageerd. Beide schuldeisers voeren vervolgens geen schriftelijk verweer en verschijnen ook niet op zitting. De rechter maakt daaruit op dat deze schuldeisers blijkbaar geen bezwaren (meer) hebben en wijst het dwangakkoord toe.
Zaak 2
Schuldenaar B is ex-ondernemer en heeft ruim € 265.000 schuld, waarvan € 175.000 een restschuld na executie van B zijn bedrijfspand betreft. Van de 21 schuldeisers hebben 12 ingestemd met de aangeboden schuldregeling, de rest weigert of heeft ondanks meerdere verzoeken niet gereageerd (waaronder de bank). Er wordt een verzoek dwangakkoord ingediend en dat leidt alsnog tot reactie vanuit de bank. Na de nodige correspondentie over en weer stemt de bank alsnog in. Ook 4 andere schuldeisers stemmen nog in en op zitting gaat het daarom alleen nog om 4 kleinere schuldeisers die niet verschijnen of schriftelijk verweer voeren. Het dwangakkoord wordt toegewezen.
Zaak 3
Schuldenaar C exploiteert een bedrijf dat op zich levensvatbaar is. Het ontstaan van de schulden had diverse oorzaken, voornamelijk in de privésfeer. Er wordt een spaarregeling aangeboden voor de duur van 36 maanden. De Belastingdienst stemt tegen, voornamelijk omdat zij bij lopende ondernemingen alleen een betalingsregeling van 12 maanden kan accepteren en ze streng toezicht wenst op het bedrijf dat voortgezet wordt. Over het toezicht worden op zitting nadere afspraken gemaakt met Bureau Benedictus, waarna de Belastingdienst alsnog akkoord gaat. Omdat iedereen nu heeft ingestemd is het dwangakkoord niet meer nodig; het verzoek trekken we in.
Resultaat: In twee van de 14 zaken is het verzoek dwangakkoord door ons ingetrokken, omdat alle schuldeisers alsnog hebben ingestemd. In alle overige zaken is het dwangakkoord toegewezen.