De nieuwe Wsnp: 5x anders
De Wettelijke schuldsanering (Wsnp) en alles daar omheen wordt geregeld in de Faillissementswet. Alle taken, rechten en plichten binnen de Wsnp, maar dus ook het juridisch kader rondom bijvoorbeeld een dwangakkoord en voorlopige voorziening. Een wijziging in dit deel van de Faillissementswet heeft daarom gevolgen voor zowel Wsnp als Msnp.
Achtergrond
In de afgelopen jaren is gebleken dat de toegang tot de Wsnp te moeilijk wordt bevonden en er te weinig gebruik van wordt gemaakt. Schuldenaren blijven daardoor onnodig in een gemeentelijk schuldhulpverleningstraject hangen of – nog vaker – verdwijnen zonder oplossing uit een dergelijk traject. Om de toegang tot de Wsnp te versoepelen en de doorstroming naar de Wsnp te verbeteren, heeft de Eerste Kamer op 7 februari 2023 een wetswijziging aangenomen. Hiermee worden de criteria voor de Wsnp minder streng en verwacht het kabinet dat dit bijdraagt aan het terugdringen van het aantal problematische schulden.
Wijzigingen
Hoewel het oorspronkelijke wetsvoorstel nog voorzichtig was opgesteld, is de uiteindelijke wetswijziging door de aanvullende amendementen (wijzigingen op het wetsontwerp) drastisch te noemen. Het gaat om de volgende 5 wijzigingen.
- De nieuwe wet verlaagt de termijn voor de goede trouw toets van 5 jaar naar 3 jaar. De rechtbank zal toetsen of iemand ten aanzien van het ontstaan of niet betaald laten van zijn schulden ten minste 3 jaar te goeder trouw is geweest. Is hij dat niet, dan bestaat uiteraard ook nog steeds de mogelijkheid om een beroep te doen op de hardheidsclausule: toelating is mogelijk wanneer de schuldenaar kan aantonen dat hij de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor zijn schulden onder controle heeft gekregen voor ten minste een periode van (doorgaans) 1 jaar.
- De tienjaarstermijn wordt volledig geschrapt. Waar het wetsvoorstel nog sprak over omstandigheden die de tienjaarstermijn buiten beschouwing zouden kunnen laten, is deze afwijzingsgrond door een van de aangenomen amendementen volledig geschrapt. Men hoeft straks niet meer 10 jaar te wachten, maar iedereen die te goeder trouw is, verdient in beginsel een tweede kans op een Wsnp.
- De verklaring over het minnelijk traject, de zogeheten “285-verklaring” wordt verduidelijkt. Er is vaak discussie over en verschillende interpretatie van de huidige omschrijving. Moet eerst een volledig minnelijk traject worden doorlopen alvorens een Wsnp kan worden aangevraagd? En wanneer is er sprake van “geen reële mogelijkheden tot een buitengerechtelijke schuldregeling”? Om deze onduidelijkheid en onbedoelde drempel weg te nemen, wordt de wettekst aangevuld met de volgende zin: “Als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, hoeft voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen.” Hiermee wordt de mogelijkheid om het minnelijk traject over te slaan en een rechtstreeks beroep op de Wsnp te doen vastgelegd in de wet. Beoogde voorbeelden zijn situaties van bijvoorbeeld geen aflossingscapaciteit, langere tijd budgetbeheer of beschermingsbewind, duidelijk geen mogelijkheid tot een minnelijk akkoord met een bepaalde schuldeiser, of geen volledig beeld van de schulden.
- De meest drastische wijziging is verkorting van de looptijd van 3 jaar naar 1,5 jaar. De jarenlang gebruikte norm van 3 jaar sanering, zowel in de Wsnp als Msnp, wordt gehalveerd. Een verlenging blijf mogelijk om bijvoorbeeld tekortkomingen te herstellen, maar de norm wordt 1,5 jaar Wsnp.
- Tot slot kan ook de termijn van de Wsnp worden verkort na een voorafgaand minnelijk traject waarbij al is gespaard voor de schuldeisers. De exacte invulling hiervan is moeilijk te voorspellen en zal nog moeten blijken. Er komt echter een mogelijkheid om een verzoek tot verkorting in te dienen bij het Wsnp-verzoek zelf, of later tijdens de uitgesproken Wsnp.
Vervolg
Over het moment van inwerkingtreding is nog geen uitsluitsel. Alle betrokken partijen hebben de voorkeur voor 1 juli 2023. Immers, met het vooruitzicht van versoepeling, zullen veel schuldenaren wachten met het aanmelden bij schuldhulpverlening en zullen schuldhulpverleners dit wellicht zelfs adviseren. In plaats van terugdringen van het aantal problematische schulden wordt daardoor juist het tegenovergestelde bereikt.
Wordt het streven niet gehaald, dan volgt invoering per 1 januari 2024. Hoe dan ook is het van belang om ons op korte termijn voor te bereiden op de wijzigingen.
Blog geschreven door: Annemieke Bosma